Begrippenlijst
In de hulpverlening worden nogal wat vaktermen gebruikt. Vraag je je af wat een term betekent? Kijk in deze lijst.
Bestandspleegzorg
Dit is een vorm van pleegzorg waarbij pleegouders een onbekend kind in hun gezin opnemen.
Bijplaatsing
De komst van een pleegkind in een gezin waar al een ander pleegkind woont.
Blokkaderecht
Als ouder(s) of de gecertificeerde instelling een plaatsing willen beëindigen tegen de zin in van pleegouders, dan kunnen de pleegouders in sommige gevallen gebruik maken van het blokkaderecht.
Crisispleegzorg
In een crisissituatie kunnen kinderen van 0 tot 18 jaar bij pleegouders worden geplaatst. De crisisopvang duurt formeel maximaal vier weken. De begeleiding aan pleegouders vanuit de crisispleegzorg duurt maximaal 6 maanden. Daarna moet helderheid zijn over het perspectief. Als dit niet het geval is, wordt de plaatsing omgezet in een reguliere plaatsing met reguliere pleegzorgbegeleiding.
Gecertificeerde instelling
Een instelling die in opdracht van de gemeente de jeugdbescherming en/of jeugdreclassering uitvoert, bijvoorbeeld Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond.
Gezag
In principe hebben beide ouders van een kind het gezag. De met gezag beklede persoon heeft het recht en de plicht om een kind te (laten) verzorgen en opvoeden. Een kinderbeschermingsmaatregel beperkt het gezag van ouders. Meer informatie
Gezinsvoogd
Een medewerker van een gecertificeerde instelling (bijv. Jeugdbescherming West) die wordt benoemd bij een ondertoezichtstelling (OTS). Hij/zij is verantwoordelijk voor het schrijven van het Plan van Aanpak en ziet toe op de uitvoering daarvan.
Hulpverleningsplan
Het hulpverleningsplan voor een pleegkind is richtinggevend voor het doel van de plaatsing. Het hulpverleningsplan is uiterlijk zes weken na aanvang van de hulpverlening beschikbaar. Van dit hulpverleningsplan mag niet eenzijdig worden afgeweken. Pleegouders worden evenals ouders en jongeren vanaf 12 jaar, betrokken bij het opstellen van het hulpverleningsplan. Hulpverleningsplannen worden regelmatig geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.
Justitiële plaatsing
Het pleegkind verblijft op grond van een kinderbeschermingsmaatregel in een pleeggezin.
Kinderbeschermingsmaatregel
Als de problemen niet met vrijwillige hulp kunnen worden opgelost of als het gezin deze hulp niet wil aanvaarden, vraagt de Raad voor de Kinderbescherming aan de rechter een kinderbeschermingsmaatregel uit te spreken. De kinderrechter beslist dan dat een ouder niet meer (volledig) verantwoordelijk is voor zijn of haar kind.
Langdurige pleegzorg
Er is sprake van langdurige pleegzorg als een kind langere tijd niet meer thuis kan wonen. Langdurig hoeft echter niet voor altijd te zijn.
Netwerkpleegzorg
Pleegzorg voor een kind van familie of bekenden.
Opvoedingsvariant
Pleegzorgplaatsing waarbij pleegouders de verantwoordelijkheid op zich nemen om het kind op te voeden totdat het meerderjarig is. Bij deze variant spelen de eigen ouders vaak nog wel een belangrijke rol, maar is het duidelijk dat het kind niet meer bij hen zal gaan wonen.
Ondertoezichtstelling (OTS)
Kinderbeschermingsmaatregel waarbij de ouders het gezag houden over hun kind. Belangrijke beslissingen mogen de ouders echter niet meer alleen nemen, maar moeten ze bespreken met hun gezinsvoogd. De gezinsvoogd kan in het belang van het kind zelf beslissingen nemen, bijvoorbeeld over het starten van therapie of het veranderen van school. Bij een OTS wordt jaarlijks beslist over verlenging van deze maatregel.
Pleegcontract
Jeugdformaat en de pleegouders sluiten bij aanvang van de plaatsing van een kind een pleegcontract af. Hierin staan afspraken over het doel, de aard en de duur van de plaatsing.
Pleegouderverklaring
In het pleegcontract is een pleegouderverklaring opgenomen. Hierin geven pleegouders aan dat zij in het verleden niets hebben gedaan dat het pleegouderschap in de weg kan staan. Tevens verklaren de pleegouders het te melden als zij nu of in de toekomst iets doen dat het pleegouderschap in de weg kan staan.
Pleegoudervoogdij
Als de pleegouder(s) als enige de voogdij heeft/hebben over een pleegkind.
Pleegzorgbegeleider
Geregistreerde jeugdzorgwerker die pleeggezinnen ondersteunt in hun taak. Hij/zij komt regelmatig op bezoek in het pleeggezin. Dat kan afhankelijk van de behoefte variëren van bijvoorbeeld 1 á 2 keer per week tot 1 keer per 3 maanden.
Raad voor de Kinderbescherming
De Raad doet onderzoek, adviseert in juridische procedures en kan maatregelen of sancties voorstellen. Deze organisatie heeft drie werkterreinen: “bescherming”, “scheiding en omgangsregelingen” en “strafzaken”. Daarnaast heeft de Raad ook een taak op andere terreinen waarbij de belangen van het kind op het spel staan, zoals adoptie, naamswijziging of opname van een pleegkind. De Raad verleent geen hulp.
Therapeutische pleegzorg
Dit is een intensieve variant van pleegzorg voor langere tijd. Naast extra begeleiding voor de pleegouders, zijn ook diagnostiek en therapie voor het pleegkind beschikbaar.
Vakantiepleegzorg
Ter ontlasting van de (pleeg)ouders, het pleegkind zelf of andere kinderen in het gezin brengt het pleegkind één of meerdere vakanties in een pleeggezin door. Kinderen die op een leefgroep wonen, kunnen zo ervaren hoe het in een gezin eraan toe gaat.
Voogd
Persoon die de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van een kind overneemt van de ouders.
Voogdij
Kinderbeschermingsmaatregel waarbij de rechter de verantwoordelijkheid voor de opvoeding (het ‘wettelijk gezag’) aan iemand anders geeft. Dit is meestal een gecertificeerde instelling, die dan een voogd aanwijst.
Vrijwillige plaatsing
Bij een vrijwillige plaatsing hebben de ouders zelf om hulp gevraagd en is in overleg met de ouders besloten hun kind(eren) in een pleeggezin te plaatsen.
Weekendpleegzorg
Ter ontlasting van de (pleeg)ouders, het pleegkind zelf of andere kinderen in het gezin brengt het pleegkind één of meerdere weekenden per maand door in een pleeggezin. Gezinnen kunnen zo tot rust komen en kinderen die op een leefgroep wonen, kunnen ervaren hoe het in een gezin eraan toe gaat.