Invloed van hechting op ontwikkeling

Iedereen heeft een onzichtbare koffer.  Deze onzichtbare koffer is gevuld met ervaringen. Door ervaringen krijgt een kind gedachten over zichzelf, volwassen en de wereld.  

Deze ervaringen worden opgeslagen in het brein. De gedachten over zichzelf, de volwassen en de wereld is het intern werkmodel. Het intern werkmodel bepaalt hoe je je voelt en hoe je op iets reageert.  

Bij veilige hechting  heeft een kind positieve gedachten over zichzelf. Het kind heeft vertrouwen in zichzelf en in het omgaan met zijn gevoelens.  Het kind heeft het vertrouwen dat volwassen ondersteuning bieden als het nodig is.  

Door het zelfvertrouwen, vertoont het kind over het algemeen aangepast gedrag. De opvoeder snapt meestal waarom het kind reageert zoals het reageert. Door de manier waarop de opvoeder reageert op het gedrag,  wordt het kind bevestigd in dat volwassenen te vertrouwen zijn. Het kind wordt bevestigd in de gedachten die het over volwassenen heeft. Het intern werkmodel wordt in stand gehouden.

Bij onveilige hechting heeft een kind weinig positieve gedachten over zichzelf.  Het heeft niet de overtuiging dat het de moeite waard is. Het kind voelt zich onzeker en heeft geen vertrouwen in zichzelf. De opvatting 'ik mag er zijn' is niet aanwezig.

Het kind heeft geen vertrouwen dat anderen steun bieden als het nodig is. Deze overtuiging zorgt dat het kind geen steun, hulp of troost zoekt. Het kind kan zich hierdoor angstig en machteloos voelen. De opvatting ‘ik sta er allen voor’ wordt hiermee bevestigd. Het heeft geleerd problemen alleen op te moeten lossen. Kinderen kunnen zich hierdoor eenzaam voelen. Het niet willen voelen van deze eenzaamheid is een overlevingsstrategie. Door het niet voelen, uiten en/of  beheersen van gevoelens  laat een kind met hechtingsproblemen soms onbegrepen of ongepast gedrag zien.  Als overlevingsstrategie kan het kind andere mensen manipuleren en/of gebruiken of de strijd met hen aangaan.

Als de opvoeder niet invoelend en begripvol daarop reageert,  wordt het kind bevestigd in de opvatting dat volwassen/anderen niet te vertrouwen zijn. Het ontbreken van het  vermogen om anderen te vertrouwen heeft invloed op het opbouwen en onderhouden van relaties.

De gedachten die het kind heeft, worden opgeslagen in het brein van het kind. Door veel positieve ervaringen met de opvoeder (en door behandeling) veranderen negatieve gedachten in positievere gedachten .

 

 

Bouwstenenmodel*

Truus Bakker-van Zeil, psychotherapeut en orthopedagoog heeft een het Bouwstenenmodel ontwikkeld dat laat zien hoe in een gezonde hechtingsrelatie de vijf bouwstenen van sociaal-emotionele ontwikkeling worden gevormd, maar ook wat het effect is van als er iets daarin mis gaat  Hier lees je daar meer over.



Cirkel van veiligheid

Als een kind geen basisveiligheid heeft ervaren, dan heeft dat invloed op zijn ontwikkeling. Voor zijn ontwikkeling is het nodig om de wereld (met vallen en opstaan) te ontdekken.

'Om je goed los te kunnen maken, moet je goed vast gezeten hebben'**.

Een kind heeft het nodig om zijn opvoeders als een veilige (uitvals)basis te ervaren. Om de wereld te gaan ontdekken is het nodig dat het kind ervaart dat het terug kan vallen (voor hulp) op de opvoeder. Het kind moet zijn opvoeder als een veilige (toevlucht)haven ervaren. 

Het kind moet ervaren dat het de ruimte en het vertrouwen krijgt van de opvoeder om de wereld te ontdekken. Een kind heeft het nodig dat zijn opvoeders hem los kunnen laten. Het kind zal de opvoeder dan als een veilige basis gebruiken.  




Bij onveilig gehechte kinderen is deze balans verstoord.  Bij vermijdende gehechtheid ervaart het kind de opvoeder wel als een veilige basis en niet als een veilige haven. Het kind ervaart de opvoeder niet als een veilige haven als het hulp nodig heeft. Het kind zal, als het stress heeft,  het contact met de opvoeder zoveel mogelijk vermijden. De ontwikkeling van het leren oplossen van problemen wordt hierdoor ernstig belemmerd.

Bij afwerende/ambivalente gehechtheid is de opvoeder alleen een veilige haven en geen veilige basis. Het kind zal de opvoeder in de gaten houden of in de buurt blijven. Het ervaart de opvoeder als een veilige haven. Voor zijn ontwikkeling is het nodig, dat de opvoeder het kind los kan laten om de wereld te ontdekken. Het kind ervaart de opvoeder niet als een veilige basis.

Bij gedesorganiseerde gehechtheid en bij een reactieve hechtingsstoornis  ervaart het kind de opvoeder niet als veilige basis én niet als een veilige haven. Het kind gaat hierdoor onvoorspelbaar gedrag vertonen. De opvoeder is niet de veilige haven. Het kind zal als het hulp nodig heeft, bv  afwijzend op troosten reageren. De opvoeder is niet de veilige basis. Het kind zal moeite hebben om de wereld te ontdekken door bv verwarrend op nieuwe dingen reageren.


**(Pleeg)kinderen en vreemd gedrag!?  onder redactie van Martine Delfos en Nelleke Visscher





Dutch
English

Onze hulp

Ambulante hulp in het gezin

Eerstelijns ondersteuning aan gezinnen door onze gezinscoaches. Ze bekijken samen met de jongeren en hun ouders welke problemen er spelen en wie hierbij kan helpen.

Ambulante spoedhulp

Als de veiligheid van een kind acuut in gevaar komt, dan de-escaleren en stabiliseren wij met ambulante spoedhulp de crisissituatie. Zodat de veiligheid van het kind weer gewaarborgd wordt.

Jongeren coaching

Ondersteuning en begeleiding voor jongeren bij de uitdagingen die zij dagelijks ondervinden. We versterken hun competenties en praktische vaardigheden die ze nodig hebben om op eigen benen te kunnen staan.

VUHP

Praktische en intensieve ondersteuning op maat om er voor te zorgen dat kinderen veilig thuis kunnen blijven wonen

Daghulp

Specialistische integrale behandelprogramma’s voor kinderen met complexere problematieken. Deze programma’s worden in overleg met ouders en school, kinderdagverblijf of sportclub afgestemd en op maat gemaakt voor het kind.

OJ

Voorkomt verder vastlopen in het onderwijs voor leerlingen ( 8 – 18 ) met gedragsproblemen, depressiviteit, angstklachten, eetproblemen, negatief zelfbeeld, agressie of lichamelijke klachten zonder medische oorzaak.

Ouderschap Blijft / Parallel Solo Ouderschap

Bij ontwikkelingsproblemen van kinderen die een scheiding hebben gemaakt. Wie bieden ondersteuning bij het oplossen van conflicten, het maken van goede afspraken en het verbeteren van de communicatie tussen de ouders.

Begeleide bezoeken

Wanneer een kind uit huis is geplaatst.

Pleegzorg

Pleegzorg betekent dat een kind tijdelijk in een ander gezin gaat wonen, bij pleegouders. Er zijn verschillende vormen voor diverse situaties afhankelijk van de behoefte van het kind.

Verblijf in een gezinshuis

Als gedragsproblemen bij een kind of jongere zo heftig zijn dat thuis en in een pleeggezin wonen niet meer kan. Bij deze opvang is er intensieve begeleiding van een professionele hulpverlener: de gezinshuisouder.

Verblijf in een residentiële voorziening

Hier krijgen kinderen en jongeren de kans om op een rustige en veilige plek te werken aan hun toekomst. Wij bieden verschillende vormen van opvang in een residentie afhankelijk van de behoefte.

HGD / Uitgebreide intake

Staat voor Handelingsgerichte Diagnostiek en is een uitgebreide intake.

Diagnostiek en behandeling

Wanneer jongeren van twaalf jaar en ouder extra structuur en begeleiding nodig hebben. Dit gebeurt i.s.m. GGZ en LVB-experts.